Kon mijn sport maar altijd leuk blijven

In haar jeugd speelde Ati Beunk met veel plezier waterpolo op het hoogste niveau bij Polar-Bears. Bij haar club was ze een van de uitblinkers, waardoor ze bij het Nederlands jeugdteam werd gehaald. De vier jaar dat ze bij dit team waterpolo heeft gespeeld veranderde ‘de beleving’ van de sport. Ati heeft inmiddels een aantal lessen sportpsychologie gevolgd en wij vroegen haar een analyse te maken van haar waterpolocarrière.

waterpolo shutterstock

Ati:
Op 21 juni 2013 speelde ik mijn laatste NK finale in mijn jeugd. Ik wilde mijn laatste finale zo graag winnen. Van tevoren beeldde ik mijzelf in dat ik op het podium stond met een gouden medaille. In mijn team was ik de meest ervaren speelster en dus moest ik de kar trekken. Na twee van de vier periodes stonden wij echter met 14-7 achter. Op dat moment nam ik een moment voor mezelf, waarbij ik alle positieve feedback die ik in mijn jeugd heb gekregen tot mij liet doordringen. Ik was trots op mijzelf, op wat ik in mijn waterpolocarrière allemaal had bereikt. Ik voelde me sterk. Daarna sprak ik mijn team toe en zorgde ervoor dat alle neuzen in de goede richting kwamen te staan. Er ontstond een geloof dat winst nog mogelijk was. In het vervolg van de wedstrijd scoorde ik een aantal doelpunten, waardoor het verschil tussen de tegenstander en ons steeds kleiner werd. Ik zag mijn teamgenoten groeien in de wedstrijd. De doelpunten kwamen vanzelf. We genoten van het spel. Uiteindelijk wonnen we de finale en hadden we ons doel bereikt. Met veel plezier en zelfvertrouwen heb ik mijn jeugdperiode bij mijn club kunnen afsluiten.

Ik denk dat ik het in mij had om de top te halen, maar was mentaal onvoldoende sterk om op cruciale momenten door te zetten. Ik heb vier jaar lang deel mogen uitmaken van het Nederlands jeugdteam. Veel mensen in mijn omgeving vonden het ‘stoer’ en ‘gaaf’ dat ik bij de Nederlandse selectie zat.
Zelf kon ik niet erg genieten van de kans die mij werd geboden. Tijdens de nationale trainingen had ik vaak een gevoel van angst. Al voordat ik naar de training reed, voelde ik mij erg onrustig. Op ‘het droge’ voelde ik mij erg klein, ik voelde me geïntimideerd door de andere selectiespeelsters.

Eenmaal in het water voelde ik mij zeker van mijn zaak en schoot ik alle ballen snoeihard in de kruising. Dit zelfvertrouwen kwam door succeservaringen in clubtrainingen en wedstrijden. Ik kreeg vaak positieve feedback van mijn coaches, trainers en andere omstanders. Doordat zij mijn talent zagen en dit naar mij wisten terug te koppelen, steeg mijn zelfvertrouwen in het water.

De fysieke vaardigheden bezat ik, de mentale vaardigheden helaas niet. Was ik destijds maar mentaal goed begeleid. Ik had angst om te falen en angst om mijn veilige omgeving te verlaten. Deze angsten hebben mijn jeugd beheerst. Ik heb altijd problemen gehad om afscheid te nemen van het bekende. Ik dacht altijd dat ik niet welkom was in een nieuwe omgeving. Dit maakte me erg onzeker, wat in mijn gedrag terug te zien was. Ik ontwikkelde een afstandelijke houding. Uit zelfbescherming keerde ik mijn rug toe naar mijn teamgenoten, waardoor ik nooit echt onderdeel ben geworden van het team.

Ik kwam als jong meisje uit de Achterhoek in Zeist. Ik beschikte niet over een mentale vaardigheid om het effect van het imponeergedrag van de andere selectiespeelsters te neutraliseren. Ik bracht mijzelf in een onderdanige positie en liet over me heen lopen. Ik had graag met deze meiden samen willen werken aan een gezamenlijke Olympische droom, maar het voelde alsof zij mijn tegenstanders waren.

‘Topprestaties worden alleen bereikt door mensen die plezier hebben in wat ze doen’.

Ik beleefde weinig plezier met het spelen voor het Nationale team. Ik besloot dan ook dat ik niet langer deel wilde uitmaken van dit team. Ik kon ook mijn draai niet vinden bij de senioren van Polar-Bears, waardoor ik nu helemaal met mijn sport ben gestopt. Ik wil niet te lang stil staan bij waar ik nu zou staan als ik destijds had doorgezet. Dat werkt voor mij erg demotiverend. Ik heb toentertijd een keus gemaakt en ik heb die keus weloverwogen gemaakt.

Ik heb inmiddels geleerd hoe ik de negatieve spiraal moet doorbreken. Doordat ik negatief denk, ga ik negatief handelen. Het resultaat is dan natuurlijk ook negatief. Dit wordt ook wel self-fulfilling prophecy genoemd: de uitkomst van het gedrag komt overeen met wat je hebt voorspeld. Door na te gaan waar de onzekerheid vandaan komt, kun je voor die oorzaak een oplossing bedenken. De oorzaak ligt in mijn jeugd, waarbij ik het gevoel had niet geaccepteerd te worden door mijn klasgenoten en ik afscheid moest nemen van een heel dierbaar persoon. Sindsdien heb ik de angst om het vertrouwde wereldje te verlaten en niet te worden geaccepteerd in een nieuwe situatie. Door juist de confrontatie aan te gaan met het onbekende en nieuwe mensen te ontmoeten en vooral negatieve gedachtes te laten varen, zal ik ervaren dat de wereld niet ‘vergaat’ als ik afscheid moet nemen van mijn vertrouwde omgeving. Voor mijn waterpolocarrière komt dit inzicht helaas te laat, maar voor mijn toekomstige uitdagingen zal ik dit zeker toepassen.

Ati Beunk

Student Sport, Management & Ondernemen; Hoge school van Amsterdam

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.