Sport als redding voor het verdwalende puberbrein

puberbrein

Het brein van een opgroeiend kind ondergaat tussen het 10e en 25e levensjaar enorme veranderingen. Deze veranderingen zijn een natuurlijk proces, maar verlopen vaak met behoorlijke strubbelingen. Het is belangrijk de opgroeiende puber in dit ontwikkelingsproces ‘vakkundig’ te begeleiden. Sport is een uitstekend hulpmiddel om steun te bieden aan de veranderingen in de zoekende puber.

Iedere ouder met een puberzoon of dochter heeft weleens te maken gehad met ongehoorzaamheid, afstandelijkheid en brutaliteit van hun transformerende kind. De meeste ouders zullen zich tevergeefs in de meest vreemde bochten wringen om hun opstandige puber onder de duim te krijgen. De één probeert dit door zich op te stellen als de hippe ouder, terwijl de ander juist de harde hand zal hanteren.

De meeste ouders zijn zich er helaas niet van bewust dat afstandelijkheid, conflictneigingen en roekeloos gedrag natuurlijke elementen zijn van een volkomen natuurlijk evolutionair proces bij hun opgroeiend kind. Een puber wil van nature uit niets liever dan de wijde wereld in trekken. Daar, op het onbekende terrein, worden immers nieuwe vaardigheden geleerd. Daarnaast wordt wellicht een betere leefomgeving gevonden en een levenspartner ontmoet die niet gerelateerd is aan de eigen familie. Om dit alles te kunnen doen moeten de banden met de eigen leefgemeenschap wel grotendeels worden verbroken.

puberbreinDeze evolutionaire kennis kunnen we vertalen naar ons huidige tijdperk. De puber zondert zich af van het gezin en zal groepjes vormen buiten de deur, toont seksuele interesses, en krijgt de drang om te experimenten met van alles en nog wat (waaronder uitgaan, roekeloos gedrag, drank en drugs).

Anno 2015 schiet dit proces wellicht te ver door. Onze maatschappij wordt geterroriseerd door het toenemende gebruik van multimediatechnieken. Overmatig gebruik van smartphones, Facebook en Instagram beïnvloeden het onrustige ontwikkelingsproces van het puberbrein op een negatieve manier. Jongeren treffen we tegenwoordig onderuitgezakt op de bank aan: smartphone in de ene, Ipad in de andere hand. Alle energie verdwijnt in het communiceren met 240 pseudo-vrienden op Facebook. Tot overmaat van ramp kijken onze pubers naar de meest debiele programma’s waar ‘voorbeeldfiguren’ zich naakt klem zuipen aan de ‘shore’ van Jersey of Georgië. Tel dit op bij het toenemend drank- en drugsgebruik, de groeiende algehele desinteresse onder middelbare-scholieren en je hebt een cocktail die de meest kritieke periode van de hersenontwikkeling vergiftigt.

Het hierboven geschetste beeld is wat overdreven, maar bevat uiteraard wel een kern van waarheid. Hebben we een antwoord op deze ongewenste beïnvloeding van het ontwikkelende puberbrein? Weleens gedacht aan sport?

De puber streeft naar ontwikkeling in een nieuwe groep, onder nieuwe impulsen. Een sportvereniging, en met name teamsporten, verschaffen uitgelezen veilige mogelijkheden voor dit ontwikkelingsproces. Een sportteam kan geschikt dienen als de ‘peer-group’ (vriendengroep) waarmee pubers zich graag identificeren. Door interactie met teamgenoten en trainers worden maatschappelijk gewenste normen en waarden aangeleerd. Daarnaast bouwen ze vriendschappen op en leren ze elkaar ook collegiaal tegemoet te treden. Sporten kan tevens een goede uitlaatklep zijn voor de opgehoopte frustraties en het handhaven van emoties.

Onderzoek wijst uit dat kinderen die deelnemen aan sport, betere resultaten behalen op school. Dit is onder andere te danken aan meer discipline, betere planvaardigheden, een grotere arbeidsethos en een betere psychische gesteldheid (uitgerust en scherper) ten opzichte van hun niet-sportende leeftijdsgenoten. Sportende pubers leren daarnaast omgaan met complexe en onverwachte situaties, succes, falen en onrecht, zoals dat in onze huidige maatschappij ook het geval is.

Daarnaast wordt door sporten een gezond lichaam ontwikkeld en groeit de gewoonte om te gaan sporten. Wellicht nog belangrijker: sportende pubers doen kennis op over gezondheid en leren gezondheidsvaardigheden aan. Naast de verbeterde gezondheid zal een fysiek en motorisch goed ontwikkelde puber zich zelfverzekerder voelen, wat onder andere kan bijdrage aan positiever zelfbeeld en een verhoogde status binnen de ‘peer-groep’.

Er is door te sporten minder tijd en behoefte en om te gamen, roken, drinken en overmatige social-media-activiteit. Daarnaast is het niet onwaarschijnlijk dat door te sporten veranderende interesses ontstaan. Zal de sportieve puber niet liever naar een educatief kookprogramma zappen in plaats van naar zuipende pseudo-volwassen te kijken?

Sporten biedt dus juist datgene wat pubers nodig hebben. Het draagt bij aan het ontwikkelen van competenties waarmee ze hun voordeel kunnen doen in onze huidige maatschappij: doorzettingsvermogen, planvaardigheden, discipline, sociale vaardigheden en fysieke-psychische fitheid.

– Girish Sewnath, 6e-jaars student Geneeskunde UMC Utrecht en bovenal een sportieve puber