De vorige keer schreef ik over de theorie van de statische en de groeimindset van mevrouw Dweck. In de statische mindset is iemand vooral gericht op een vergelijking met anderen, in een groeimindset kijkt iemand vooral naar hoe hij zichzelf kan verbeteren. De groeimindset is gericht op leren en ontwikkelen. Het goede nieuws is dat een groeimindset (natuurlijk zou je haast zeggen) te ontwikkelen is.
Afgelopen week hield ik een workshop over deze theorie op het congres van NL Coach op de ALO in Amsterdam. Met een lokaal vol coaches en aanstaande coaches (3e jaars ALO-studenten) hebben we gesproken over de wijze hoe zij in de praktijk kunnen werken aan een het ontwikkelen van een groeimindset. Dweck geeft daarvoor een aantal hele concrete handvatten:
Complimenteren op de inspanning en niet op de eigenschap: ‘wat heb je goed hard gewerkt’ in plaats van ‘wat ben jij toch slim’.
Het woord(je) ‘nog’ gebruiken: voel maar eens het verschil tussen ‘ik kan het niet’ en ‘ik kan het nog niet’.
Focussen op de toekomst: ‘wat kan ik nu doen om straks beter voor de dag te komen?’
Leren hoe leren er uit ziet: wat gebeurt er precies in je hersenen als je leert?
En het creëren van een groeiklimaat: hoe creëer je een cultuur waarin het maken van fouten wordt gezien als onderdeel van een leerproces?
Bij het laatste punt, het creëren van een groeiklimaat, gaat het dan bijvoorbeeld om zaken als helpen bij reële doelen stellen, sporters laten meedenken over de vormgeving van hun trainingen, focussen op individuele ontwikkeling, het mixen van groepen, aanzetten tot zelfreflectie en aan iedere sporter evenveel tijd besteden.
Allemaal zaken die eigenlijk logisch zijn als je ze zo op een rijtje zet maar in de praktijk van het coachen is het nog niet altijd zo gemakkelijk om ze goed toe te passen. Door de emoties, het gevoel van de dag en wat dies meer zij lukt het een coach niet altijd om op de juiste manier te werken aan een groeiklimaat. Dat is geen probleem. Emoties horen bij sport. Echter, daarna mag van een coach verwacht worden dat hij de ‘groeidraad’ wel weer oppakt: ‘ik coach nog niet perfect, hoe kan ik dat de volgende keer beter doen?’ Met dank aan mevrouw Dweck voor de even eenvoudige als doeltreffende handvatten!
– Remco Koopmeiners