De case van Shari
Jeetje, wat zien we er goed uit. Trainingsshirts met onze naam erop, nieuwe glitterpakken en een strakke knot hoog op ons hoofd. Mentaal hebben we een streepje voor, maar dat is met de sterke tegenstand maar goed ook. De afgelopen trainingen zijn niet soepel verlopen en daarom staan we bij het inturnen wat onzeker met onze materialen te gooien. Er is nogal een verschil in niveau binnen ons team en dat brengt spanning en stress met zich mee. Dit is de laatste wedstrijd om ons voor het Nederlands Kampioenschap te kunnen plaatsen, dus de druk is vrij hoog. We moeten er vooral op letten dat alles gelijk gaat, want daar scoor je punten op. De opwarming verloopt onrustig, maar nu staan we in een mooi rijtje klaar om de vloer op te gaan. Nog een paar laatste diepe ademhalingen, wat oppeppende woorden van onze trainster en het lampje kleurt groen.
Met onze neuzen hoog in de lucht lopen we netjes naar onze beginstand. ‘Let op elkaar’, gaat constant in mijn gedachten en verder kan ik alleen maar hopen dat onze zwakste schakel alles waar we zo hard op geoefend hebben, foutloos gaat uitvoeren. De muziek begint en meteen valt de spanning van onze schouders. Al snel is het tijd voor onze eerste wissel. We staan met onze ruggen naar elkaar toe, een moment dat het belangrijk is dat je heel goed weet waar de ander staat. Drie, twee, één en gooi.. Helaas wordt er één hoepel niet gevangen. Niet erg als we het daarna maar weer zo snel mogelijk oppakken en rustig doorgaan. Een evenwicht is het volgende belangrijke onderdeel. In mijn ooghoek zie ik dat degene rechts van mij nog niet klaar is, maar in mijn andere ooghoek zie ik dat iemand al begonnen is. Ik voel onrust gedurende de rest van de oefening. Er worden slordige fouten gemaakt en de focus ligt niet op de goede plek. Met gemengde gevoelens lopen we terug naar een teleurgestelde trainster. Er is nog veel werk aan de winkel, dat is in ieder geval duidelijk.
Wim’s analyse
Ik denk meteen aan de uitdrukking ‘een team is zo sterk als de zwakste schakel’. Tijdens deze groepsoefening vallen afwijkingen natuurlijk erg op. De hoepel die niet gevangen wordt, de ongelijke inzet van een programma-onderdeel, jullie merken het zelf en de jury ziet het ook. Toch zullen jullie het met elkaar moeten doen. Shari, dat begint met een rotsvast vertrouwen in jouw teamgenoten. Dat heb je niet. De trainingen gingen niet zo lekker en het niveau in de groep ligt uiteen. Ik neem aan dat je niet jezelf bedoelde toen je het had over de zwakste schakel!
Toch presenteren jullie je als een echt team, prachtige pakjes en een strakke knot. Jullie hebben een gezamenlijk doel en jullie taken zijn goed afgesproken. Hoe goed je het ook zelf doet, je bent vooral afhankelijk hoe jullie het met elkaar doen. Samenwerken is dus belangrijk, goed communiceren, elkaar helpen en elkaar goed aanvoelen. Wanneer jullie dit goed doen, dan ontstaat er een teamflow. De gedachten staan stil, jullie voelen elkaar feilloos aan en halen het maximale resultaat. Goede teams hebben een sterke samenhang, er zit cement tussen de teamleden. Ze gaan voor elkaar door het vuur, hebben het gezellig en de onderlinge werkafspraken worden allemaal uitgevoerd. Er zijn vier checkpunten om te kijken of jouw team een sterke samenhang heeft:
Voel jij je persoonlijk opgenomen in het team, zijn jouw teamgenoten ook vrienden van jou?
Hebben de teamleden plezier met elkaar, hebben ze respect voor elkaar en vinden ze elkaar sympathiek?
Voel jij je aangetrokken tot de doelen van het team en zijn deze doelen belangrijker dan jouw eigen doelen?
Werkt het gehele team gezamenlijk aan de doelen van het team?
De eerste twee vragen gaan over de gezelligheid in het team, terwijl de laatste twee vragen over de gezamenlijke doelen van het team gaan. De gymnasten die hun eigen doelen boven het teambelang stellen, kunnen schadelijk zijn voor de prestaties van het team. De anderen zullen niet meer voor hen willen werken. Het is beter als alle neuzen dezelfde kant op staan, in de richting van het teambelang.
Is het nodig om in een vriendenteam te zitten? Het is natuurlijk wel leuk om in een team te zitten waar je jezelf thuisvoelt, maar voor het leveren van een prestatie is het niet strikt noodzakelijk. Als je maar goede afspraken hebt over de gezamenlijke doelen en de taken die iedereen moet uitvoeren. In sport komt dit vaak voor. In jouw team zitten gymnasten die net zo goed als jouw zijn, maar die als persoon niet jouw type zijn.