Laat zien wie je bent!

Iedere maand behandelt Wim Keizer van Skerpe Jeugd in de GymPOWER Special een mentale kwestie van een jonge sporter. Dat doet hij door de ervaringen van turnster Nikkie Tuynman en ritmisch gymnaste Shari Veldhuizen te analyseren: “Nikkie en Shari zijn allebei gek van hun sport, maar of ze het mentaal goed aanpakken…” De komende weken zijn de eerste drie tips van Wim ook hier op de website van Skerpe Jeugd te lezen. Deze week deel 2: ‘laat zien wie je bent’.

‘De vloer is vrij voor Shari Veldhuizen, Shari succes!’
“Links van me staat de jurytafel. Aan de overkant zit mijn moeder op de tribune, die onderhand bij het bijten van haar teennagels is aangekomen. Recht voor me ligt de vloer op mij te wachten. Ik heb een bal in mijn hand, waarmee ik de oefening ga doen. Ik hoor heel vaag de stem van mijn trainster, die nog een laatste poging doet om de in overvloed aanwezige spanning weg te nemen. ‘Hou zo meteen die verdomde bal bij je’, is de enige gedachte die door mijn hoofd golft.”

Skerpe_JeugdWKenSV“Dan komt het signaal dat ik kan beginnen: ‘De vloer is vrij voor Shari Veldhuizen, Shari succes!’ Mijn benen brengen me in 15 stappen naar het startpunt van mijn oefening. Ik groet de jury, neem mijn positie in en -piep- start. De spanning in mijn buik en hoofd zorgt ervoor dat ik overschakel op de automatische piloot. De muziek en de stem in mijn hoofd zijn de enige dingen die ik hoor. Afgeleid raak ik niet door alle andere geluiden om mij heen. Volledige focus op de elementen die ik moet uitvoeren is er, maar toch spoken er gedachten door mijn hoofd die er op dat moment helemaal niet toe doen. Ik probeer te letten op de emotie die ik uitstraal zowel in mijn gezicht als in mijn lichaamstaal. De gezichten van de jury hou ik altijd heel goed in mijn vizier. Hun gezichtsuitdrukkingen zijn streng en ik weet dat geen enkel foutje onopgemerkt blijft. Door mijn unieke lichaamstaal probeer ik ze mee te nemen in mijn oefening en mijzelf te onderscheiden van al die andere meisjes die net zo hard aan het proberen zijn de jury te imponeren. Met nog een laatste hap adem pomp ik de laatste energie door mijn lichaam heen om niet te verslappen in de laatste secondes. Ik pers nog een laatste glimlach op mijn gezicht, groet de jury en loop met een opgeheven hoofd de vloer af.”

Wim’s analyse
“Applaus! Goed gedaan Shari. Ik weet niet waar die verdraaide bal is gebleven, maar ik denk dat je die niet bent kwijtgeraakt tijdens de oefening. Je schakelde over op de automatische piloot, dat betekent dat jouw concentratie heel goed was en je hebt gedaan wat je kon doen. Maar wat kost het je veel energie. Al die stress van tevoren en na zo’n oefening hoef je toch geen lach op je gezicht te persen? Die komt toch vanzelf?! Je wilt je van jouw beste kant laten zien aan de jury. Maar wat wil de jury eigenlijk zien?”

Ik moet denken aan het werk van de socioloog Erving Goffman. Zijn stelling is dat iedereen in het maatschappelijk leven tegenover andere mensen een beeld van zichzelf presenteert, waarvan hij denkt dat het een gunstige indruk bij de ander oproept. De ander zal dan naar dit beeld handelen.

“Bij jury sporten wil je dus een beeld creëren, waarvoor je veel waardering krijgt van de jury. Het belangrijkste blijft natuurlijk een goede uitvoering van de oefeningen, maar een zelfverzekerde houding zal ook wat opleveren. De jury, maar ook het publiek, vind het leuk om te zien dat de gymnast zelfvertrouwen heeft en vooral ook plezier heeft om de baloefening te doen. Het zou mooi zijn als de lach dan spontaan verschijnt, wat best moeilijk is. Sporters die geconcentreerd hun oefening doen kijken heel serieus. Misschien dan toch maar persen Shari! Het is onderdeel van de oefening.”