Sportouder? Ik?

Een tijdje geleden zat ik in een sportkantine te luisteren naar Wim en Remco van Skerpe Jeugd. In eerste instantie was ik aanwezig om foto’s te maken. Een aantal weken eerder was ik namelijk vol energie in de communicatie van het project Skerpe Jeugd gedoken. De website was af en het werd tijd voor wat actiefoto’s. De zaal zat vol ouders van kinderen die ondertussen aan het turnen waren. Wim en Remco legden uit welke invloed ouders hebben op het gedrag van hun kind.

Sportpsychologie. Mentale ontwikkeling van sportende kinderen. Tussen het maken van de foto’s door, was ik één en al oor. De methode van Skerpe Jeugd is ontwikkeld voor de driehoek sporter-coach-ouders. Als snel kwamen de ouders aanbod. De sportcarrière van een kind kent grofweg fasen: start, keuze, presteren en afbouw. De rol van ouders verschuift naarmate hun sportende kind de fasen doorloopt.

Mijn dochter is zeven jaar oud en zit op zwemles, gaat een uurtje per week naar ballet en op vrijdag is er nog de dansles. ‘Misschien kan ik hier ook wat leren’, dacht ik bij mezelf. Dochterlief zit duidelijk in de fase ‘start’. De kinderen van de ouders in de zaal waren net een fase verder, gok ik. De papa’s en vooral mama’s gingen helemaal op in de interactieve presentatie. Ik deed vrolijk mee.

sportouderToen kwam het gedrag van ouders ten opzichte van hun sportende kind aan bod. Het waren er zeven. In willekeurige volgorde: pronkende ouders, fanatieke ouders, coach ouders, overbezorgde ouders, afkeurende ouders, overkritische ouders en ongeïnteresseerde ouders… Een sheet verder volgde het profiel van een ideale sportouder: de betrokken ouder. De betrokken ouder houdt rekening met de behoefte van het kind, is alert op knelpunten, steunt het kind bij tegenslag, is blij bij een overwinning of goede prestatie en staat open voor de coach van het kind. Het kwam maar half binnen. Mijn gedachten bleven hangen bij de zeven soorten gedrag van ouders.

Na een zwemles vertelt mijn dochter altijd enthousiast over wat ze allemaal heeft gedaan op weg naar haar C-diploma. Ik counter dan altijd met mijn ooit behaalde diploma F en openluchtbaden waar je eerst een wak in moest hakken voordat de les kon beginnen. Dan is ze weer even stil. Ik ga ook wel eens mee naar een lesje ballet. Niet één van mijn favoriete bezigheden. Ik mag dan een uur op een houten bankje in een hoekje van een zaal met veel te veel spiegels zitten wachten. En dus neem ik mijn laptop of boek mee en ga helemaal op in mijn eigen bezigheden. Op de terugweg kan ik het niet laten om de luidruchtige balletjuf nog even onder de loep te nemen, terwijl het meisje op de achterbank vraagt of ik haar pliés, tendu’s en chassé heb gezien. Helaas. Gemist. ‘Zal ik je straks de vijfde positie voordoen?’ Ik vind het belangrijker dat we meteen aan tafel gaan…

Tussen alle andere sportouders realiseerde ik me opeens dat ik ook een sportouder ben! En dat mijn gedrag invloed heeft op de ontwikkeling van mijn dochter. Ik had er nooit bij stil gestaan en schaamde me een beetje. Ik gedroeg me vrijwel altijd afkeurend, overkritisch en ongeïnteresseerd. En ik weet sinds de presentatie van Skerpe Jeugd wat dat voor impact kan hebben: een kind kan onzeker worden, faalangst ontwikkelen haakt af of gaat zich overdreven bewijzen. Terwijl sportende kinderen, zeker in de eerste fase, gewoon plezier moeten hebben!

En dus ben ik sindsdien onderweg om de ideale sportouder te worden. Als ik mijn eigen vooroordelen even laat varen, is ballet prachtig om naar te kijken. Het lukt me helaas nog steeds nog niet om mijn voeten in de zesde positie te krijgen, tot grote hilariteit van een meisje van zeven. En ik heb ook mijn zwemdiploma’s er even bij gezocht. En eerlijk is eerlijk, toen ik zeven was had ik nog niet één zwemdiploma. Dochterlief haalde eenvoudig diploma C en is klaar voor een andere sport. Paardrijden. Ik heb zo mijn bedenkingen, maar daar gaat zij helemaal niets van merken. Misschien gaan we wel samen paardrijles nemen. Als ze maar plezier heeft!

Geo Arnold